Een paar woorden en over economie.
Economie vanuit een permacultureel perspectief is een kwestie van resource management, het beheer van beschikbare middelen – materie, energie en arbeid, ten nutte van het levensonderhoud van mensen.
In onze moderne maatschappij is de economie van alledag voornamelijk gebaseerd op het kapitalistisch industriële model van ondernemen. Zonder hier nu dieper op in te gaan wil ik graag een paar plaatjes presenteren die drie verschillende economische modellen illustreren. Let wel: dit zijn geïdealiseerde schematische modellen. In eerste instantie gaat het over het aspect materie.
Circulaire economie
Dit is een economisch model waarbij binnen gegeven grenzen (de voorraad aan beschikbare materie in de aarde) materie in gesloten kringloop voortduren in gebruik is.
Een deel van de beschikbare materie is gemobiliseerd, d.w.z. uit de aarde opgegraven en verwerkt tot een voor de mens nuttig product. Nadat het product zijn nut verloren heeft wordt de materie getransformeerd tot een nieuwe generatie van product. Er is geen afval en er wordt geen nieuwe materie uit de aarde gemobiliseerd. In dit model is er altijd een overvloed.
In deze economie passen de mensen hun gedrag aan aan wat beschikbaar is, met respect voor de natuur en het natuurlijke en culturele erfgoed.
Het doel van permacultuur is het ontwerpen van circulaire economische gemeenschappen.
Lineaire economie
In dit model wordt voortdurend materie gemobiliseerd, aan de aarde onttrokken terwijl afgedankte materie ter zijde wordt gelegd als een groeiende berg afval.
De lineaire economie is een economie waarin ondernemingen GEEN winst maken. Hergebruik van materie is minimaal. Daardoor is er voortdurend behoefte aan nieuwe materie. Deze economie teert in op het natuurlijke kapitaal. De beschikbare materie neemt af en leidt onvermijdelijk tot schaarste. Mensen passen zich aan aan wat beschikbaar is door steeds meer arbeid en energie te besteden aan het verwerven van de steeds schaarser wordende materie. Producten die hun nuttig leven beëindigd hebben belanden op een groeiende afval berg. Dit veroorzaakt allerlei toxische effecten, zoals verzurig, verzouting en broeikaseffecten.
Een lineaire economie kan alleen blijven voortbestaan wanneer deze voortdurend kan groeien. Niet in het minst omdat er steeds meer mensen nodig zijn om nieuwe materie te mobiliseren, producten te produceren, te consumeren en weg te gooien. Stokt de groei dan zakt de economie in en dringen zich al snel de schaarste-effecten op de voorgrond.
Exponentiële economie
Dit is de economie zoals wij die in het dagelijks leven kennen. Het is een economisch model dat lijkt op het lineaire model, gecompliceerd door de winst-doelstelling van onderneming.
Een onderneming wordt in onze West-Europeese samenleving algemeen aanvaard gedefinieerd als een organisatie met als hoofddoel het maken van WINST. Winst = opbrengst – kosten. Aan deze vergelijking zie je meteen dat winst dus bovenop de kosten van producten en diensten komt. Voor de consument heeft de winst van een leverancier geen enkel nut. Voor de consument is dat een verliespost.
Winst vereist dat er structureel meer materie gemobiliseerd moet worden dan er nodig is voor de gebruikte producten en diensten in die economie. Dit leidt onvermijdelijk tot exponentiële groei van de behoefte aan materie om deze economie draaiende te houden. Het leidt onvermijdelijk tot een catastrofale instorting van de economie, uitputting van materie en fatale vervuiling. Het is onmogelijk voor mensen zich hier aan aan te passen. De enige oplossing is de boom or bust strategie waarbij periodes van ongekende economische bloei worden afgewisseld met periodes van diepe depressie.
Ombuigen
Sommigen kiezen voor het laatste scenario, kennelijk. Met name sinds de opkomst van de industriële revolutie, versterkt door de beschikbaarheid van goedkope olie, de laatste 100 jaar of zo. De bijdrage van de goedkope olie is dat de nadelige effecten van de exponentiële economie in versneld tempo duidelijk zijn geworden. Het voordeel ligt op de korte termijn alleen bij de kapitaalverschaffers – die maken als enige winst. De rest (de andere 6,7 miljard mensen) zijn onvermijdelijk verliezers.
Voor wie de exponentiële economie niet de ideale lifestyle oplevert zal ombuigen naar een aangenamer scenario de oplossing moeten bieden.
Als eerste is er de overgang naar de lineaire economie. Herkenbaar, niet al te radicaal en een methode om de gang naar schaarste te vertragen. Het onderscheidende verschil tussen lineair en exponentieel zit in de WINST factor. Wanneer ondernemingen geen winst maken, wordt er efficiënt gebruik gemaakt van gemobiliseerde materie. De eerste WINST! Een ander winst ligt op het motivationele vlak. Ondernemingen transformeren tot teams van mensen die uit intrinsieke motivatie producten en diensten maken zonder daarbij afgeleid te worden door het maken van winst (wat geen product of dienst is en dus afval). In zulke bedrijven is het een stuk prettige werken.
Omdat er niet gewerkt hoeft te worden om de winst van bedrijven op te brengen, hebben mensen meer tijd over voor het vervullen van persoonlijke ambities en ontwikkeling, voor familie en vrienden, voor hobbies en vakantie, voor creativiteit, cultuur en gemeenschapsleven. Meer WINST.
Een andere factor in de prijs die betaald moet worden voor producten en diensten is belasting, heffingen door de overheid opgelegd die de prijs van producten en diensten verhoogd. De verhoging in prijs voegt niets toe aan het nut van de betreffende producten of diensten en moeten in deze context ook gezien worden als VERLIES voor de consument. Dit even afgezien van het nut van de diensten van de overheid – maar dat is een ander verhaal. Belastingen zijn aanzienlijk. BTW – en laat u niet misleiden door de naam Belasting Toegevoegde Waarde, een puur arbitrair woordspel zonder betekenis in de real-world – is in Nederland 19%. Dat betekent dat je 119% betaalt voor een product waar een onderneming ook al zijn winst in heeft zitten. Je betaalt dus ook nog eens extra over die winst waar je al niks aan hebt. Meer VERLIES. Om dat te compenseren moet je dus meer tijd besteden aan arbeid voor derden en heb je bijvoorbeeld minder tijd te besteden aan het voorzien in eigen levensonderhoud. De overheid noemt dat eufemistisch “volledige werkgelegenheid”. Daar zijn ook woorden voor die de lading beter dekken.
BTW is een administratieve laag boven op het normale productie en distributieproces. De belasting wordt door de productieketen uiteindelijk verlegd naar de consument. Talloze mensen vinden betaalde arbeid in deze administratie, niet in het minst ambtenaren van de overheid, die het allemaal inspecteren en controleren. Het opheffen van belastingen bespaart een enorme hoeveelheid arbeid. Uren die veel nuttiger gebruikt kunnen worden. Meer WINST.
Verder ombuigen
Eenmaal gewend aan een lineaire economie, in rustiger vaarwater, kunnen we gaan denken over het lokaal sluiten van kringlopen. Hierbij maken we gebruik van al de gemobiliseerde materie die we in onze omgeving verzameld hebben. De eerste WINST hierbij is dat de gigantische behoefte aan transport, van zowel aanvoer als afvoer, drastisch kan krimpen. Enige behoefte aan transport zal er altijd blijven en dat is ook goed zo. Vooral mensen zouden meer moeten reizen, de horizon verbreden en lichtvoetig door de omgeving e het leven gaan om er optimaal van te kunnen genieten. Materiële kringlopen zijn het meest effectief wanneer ze zo lokaal mogelijk gesloten worden.
We komen dan terecht in de circulaire economie. Hierin heerst altijd de stemming van overvloed, in de wetenschap dat je slechts een deel gebruikt van de beschikbare materie. Het natuurlijk kapitaal blijft behouden, groeit zelfs, terwijl we leven van de “rente”. Op deze manier laten we ons kapitaal voor ons werken in plaats van andersom. Meer WINST.
Bedrijven opereren zoals in het vorige lineaire scenario, maar maken daarbij gebruik van lokaal beschikbare materie terwijl producten na hun nuttige gebruik terugkeren in de onderneming, die er weer nieuwe producten van maakt. Kosten voor het extraheren van nieuwe materie vervallen. Afval wordt product. Nog meer WINST.
In een permacultuurontwerp worden elementen zo geplaatst dat de uitvoer van het ene element de invoer van andere elementen voedt. Elementen bedienen elkaar en doordat er niets ongebruikt blijft is er geen verlies. Materie kan op deze manier lokaal eindeloos rondgepompt worden.
De eindeloze en overdadige stroom van energie, die in ons zonnestelsel voornamelijk van de zon komt, drijft deze materiepomp. Maar ook dat is een ander verhaal…